Mond

De mond wordt gevormd door de mondholte, waarin de tanden en kiezen en de tong zich bevinden.De lippen vormen de begrenzing aan de buitenkant, de keel vormt de begrenzing aan de binnenkant. De lippen zijn van weinig belang voor de voedselopname bij de mens, wegens het eten met mes en vork. De huid van de lippen is aan de buitenkant onbehaard, zonder kleurstoffen en maar een beetje hoornachtig. De lederhuid, die rijk is aan bloedvaten, schemert er roodachtig doorheen en geeft de lippen de rode kleur. De vele zenuwen maken de lippen gevoelig voor aanraking. Aangezien zich in de lippen geen zweetklieren bevinden, moet men ze vaak met speeksel bevochtigen, opdat ze niet uitdrogen. De keel vormt de verbinding naar de openingen van het spijsverteringsstelsel en het ademhalingsstelsel.

mond

mond

Het bovenste gedeelte van de mondholte, het gehemelte, wordt onderverdeeld in in het voorste harde gehemelte en het achterste zachte gehemelte. In het harde gehemelte ligt het bovenkaakbeen. Het zachte gehemelte sluit bij het slikken de neus-keelholte af met het strotklepje, zodat er geen voedsel in de luchtpijp kan komen. De betekenis van de huig (uvula) aan de achterrand van het zachte gehemelte is niet helemaal duidelijk.

De onderste begrenzing van de mondholte wordt gevormd door de onderkaak, waar de tong op ligt. Het slijmvlies van de mond scheidt slijm af, dat samen met de afscheiding van de speekselklier de binnenkant van de mond vochtig houdt. De mond is de plaats waar voedsel wordt afgebroken opdat het doorgeslikt kan worden. Het is het eerste gedeelte van het spijsverteringskanaal. Ook zet het vibraties, die door de larynx (het strottenhoofd) gemaakt worden, om in spraak en daarnaast wordt hij gebruikt voor de ademhaling. Bij een medisch onderzoek van de mond wordt gekeken naar de lippen, slijmvliezen, tanden, gingiva (tandvlees), tong, gehemelte en uvula (huig).

De lippen zijn de twee vlezige vouwen rond de opening van de mond. Ze zijn tamelijk transparant waardoor de rood-roze kleur van de onderliggende bloedvaatjes er doorheen te zien is. Meestal hebben de beide lippen dezelfde kleur. Ze moeten zacht en vochtig zijn en een soepele structuur hebben. Bleekheid kan duiden op bloedarmoede en een blauwige verkleuring kan wijzen op cyanose.

De gemiddelde volwassene heeft 32 tanden die allemaal bedekt zijn met glad, wit tandglazuur. De tanden zijn belangrijk voor het kauwen van het voedsel. Ook geven ze het gezicht mede zijn vorm en ondersteunen ze de vorming van spraak. Een verkleuring van het tandglazuur kan duiden op verrotting. Het tandvlees moet roze van kleur zijn en een stevige, vochtige structuur hebben. Ernstige roodheid kan wijzen op een slechtzittend gebit of periodontale ziekten. Veel mensen die ouder zijn dan achttien jaar hebben last van vroegtijdige periodontale ziekten. Boven de 35, krijgen drie op de vier mensen er last van. De staat waarin uw tanden en tandvlees zich bevinden, bepalen hoe vaak u naar de tandarts moet voor controle en tandhygiënische behandeling, die periodontale problemen kunnen helpen voorkomen. Veel tandartsen adviseren halfjaarlijkse controles en schoonmaakbeurten. Soms zal uw tandarts, indien noodzakelijk, röntgenfoto’s maken.

Mond

In het midden van de mond bevindt zich de tong. Het is een bundel spieren die door een slijmvlies bedekt wordt. Het is een smaakorgaan dat het kauwen, slikken en de spraak ondersteunt. Hij moet roze van kleur zijn, vochtig, enigszins ruw en hij moet bedekt zijn met een dunne, wittige laag. De tongspieren zijn zeer soepel en de tong moet zich vrij kunnen bewegen. De tongbasis moet glad zijn met duidelijk afgetekende aders.

De bovenkant van de mond bestaat uit het benige hard gehemelte aan de voorkant en het zacht, vlezig gehemelte aan de achterkant. Het gehemelte heeft een zachtroze kleur. Het hard gehemelte moet iets lichter van kleur zijn en een onregelmatige structuur hebben. De uvula (huig) bevindt zich in het midden van het zacht gehemelte. Hij bestaat uit spieren en verbindend weefsel en wordt bedekt door een slijmvlies. Hij moet vochtig zijn en een zachtroze kleur hebben. Het niet kunnen bewegen van de huig kan duiden op een beschadiging van de trigeminale (vijfde craniale zenuw) of de vagus (tiende craniale zenuw). Het paar gladde, roze, ovale weefsels achter in de keel zijn de amandelen. De amandelen en de klieren aan de tongbasis zorgen voor bescherming tegen infecties aan de bovenste luchtwegen. Als ze opgezwollen en ontstoken zijn, kan dat duiden op tonsillitis. Tonsillitis komt veel voor bij kinderen. Infecties in de mond komen vrij vaak voor. Het zijn onder andere: abcessen in wortelkanalen van de tanden en candidiasis, een schimmelinfectie die pijnlijke witte vlekken in de mond veroorzaakt. Mondulci komen heel vaak voor: pijnlijke witte of gele open zweertjes die zich overal op de slijmvliezen kunnen ontwikkelen.


Relevante artikelen

Nog geen reacties geplaatst, wees de eerste.



Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

MEDISCH VOORBEHOUD

De informatie op Menselijk Lichaam is géén medisch advies. Neem bij twijfel over gezondheid, behandeling of medicijnen altijd contact op met een arts, specialist of apotheker.

Meer informatie

Meld je aan voor de nieuwsbrief

Met het laatste nieuws en gezonde tips