Ziekenhuisopname

Huisarts of specialist kunnen tot de conclusie komen dat het noodzakelijk is dat u in een ziekenhuis wordt opgenomen. Zo’n vijftig jaar geleden was een ziekenhuisopname een zeer ingrijpende gebeurtenis, die in verband werd gebracht met sterven. Tegenwoordig is dat niet meer zo. Mensen worden om veel redenen in een ziekenhuis opgenomen: voor uitgebreid onderzoek, voor observatie of voor behandeling, waarvan operatie een van de meest ingrijpende is.

Overigens worden kleine operaties tegenwoordig steeds meer poliklinisch (in dagverpleging) uitgevoerd, hetgeen betekent dat u op de dag van de ingreep alweer naar huis kunt. Ook de duur van een verblijf in het ziekenhuis wordt steeds korter. Dat is zowel te danken aan vooruitgang op medisch technisch gebied als aan de betere opvangmogelijkheden thuis, waar zonodig gezinszorg en verpleging kunnen worden ingeschakeld.

Als u in een ziekenhuis wordt opgenomen, doet u er verstandig aan het volgende mee te nemen: nachtgoed en toiletgerei, uw ziekenfonds- of verzekeringskaart en alle medicijnen die u op dat moment slikt. Als u een ponsplaatje hebt, moet u dat ook meenemen. Hebt u dat niet, dan moet dat door u of iemand anders worden gemaakt, zodra u het ziekenhuis binnenkomt. Een verpleegkundige ontvangt u meestal op de afdeling en neemt enkele gegevens op.

Ook legt hij u de gang van zaken in het ziekenhuis uit. Het dagelijks leven op een ziekenhuisafdeling kent een strakke routine. Alles gebeurt op vaste uren. Daarvan wordt zo min mogelijk afgeweken, zodat de organisatie zo geordend mogelijk verloopt. Dat neemt niet weg dat u redenen kunt hebben te vragen of voor u van de routine kan worden afgeweken, bijvoorbeeld als u niet gewekt wilt worden voor het ontbijt, omdat u niet gewend bent ’s morgens te eten. Dergelijke verzoeken kunt u het best bespreken met het hoofd van de afdeling.

Behalve de specialist(en) heeft bijna elke ziekenhuisafdeling een of meer zaalartsen. Meestal zijn dit specialisten in opleiding. Met de zaalarts hebt u het meest te maken. Hij maakt bijna elke dag een ronde langs alle patiënten. De specialist komt iets minder vaak. Op zijn minst een keer per week is er een ’grote visite’, waarbij de verpleging en alle betrokken artsen samen langs komen.

U doet er goed aan steeds naar de namen van de artsen te vragen, zodat u later aan de verpleging en andere artsen kunt vertellen wie bij u is geweest. U hebt er recht op uw behandelend specialist geregeld te spreken. Gebeurt dat niet, dan moet u daarom vragen. Het kan bijvoorbeeld gebeuren dat een chirurg tijdens de opname voorafgaand aan de operatie niet langs komt. Dat is een onjuiste gang van zaken. Ook voor uw vertrek uit het ziekenhuis is een gesprek met uw behandelend arts op zijn plaats, zeker als u nog vragen hebt of als er nog iets moet worden afgesproken.

Als u tijdens de opname klachten hebt over de verpleging of de artsen, is het altijd het meest plezierig als u dat direct bespreekt. Gaat dat niet, schroom dan niet om achteraf uw klachten schriftelijk kenbaar te maken bij de directie. Helaas willen velen hun ergernis zo snel mogelijk weer vergeten en ondernemen daarom geen actie. Toch heeft het ziekenhuis baat bij uw kritische opmerkingen. Hoewel ook een ziekenhuis een soort bedrijf is, is het goed als de medewerkers er geregeld op worden gewezen dat de zieke mens op de eerste plaats moet komen. Gaat het om ernstige klachten betreffende de medische behandeling, echte ’fouten’ dus, die u mogelijk schade hebben berokkend, dan kunt u een officiële klacht indienen.

Tijdens uw verblijf in het ziekenhuis kunt u ook contact opnemen met uw huisarts, ofwel telefonisch ofwel via familieleden. Sommige huisartsen hebben de gewoonte patiënten in het ziekenhuis op te zoeken, als het ziekenhuis niet te ver van de praktijk verwijderd is. U kunt de huisarts betrekken bij beslissingen omtrent de behandeling, bijvoorbeeld bij de vraag of u zich nu wel of niet moet laten opereren. Ook kunt u de huisarts om nadere uitleg vragen als u de uitleg van de specialist niet goed hebt begrepen. De huisarts kan met de behandelend specialist overleggen en het probleem belichten vanuit een breder gezichtspunt, waarin uw persoon, voorgeschiedenis en levensomstandigheden nadrukkelijker worden betrokken.

Dit kan er onder andere toe leiden dat de specialist zijn beleid wijzigt.


Relevante artikelen

Nog geen reacties geplaatst, wees de eerste.



Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

MEDISCH VOORBEHOUD

De informatie op Menselijk Lichaam is géén medisch advies. Neem bij twijfel over gezondheid, behandeling of medicijnen altijd contact op met een arts, specialist of apotheker.

Meer informatie

Meld je aan voor de nieuwsbrief

Met het laatste nieuws en gezonde tips