Stuitligging

Bij een stuitligging ligt het kindje aan het eind van de zwangerschap met zijn stuit boven de bekkeningang. Men maakt onder onderscheid tussen een volkomen stuit ligging, waarbij de benen van het kindjegekruist zijn (kleermakershouding) en een onvolkomen stuitligging, waarbij een of twee benen gestrekt langs het lichaam liggen.

Oorzaak

De oorzaak van een stuitligging is meestal onduidelijk. De kans is verhoogd bij:

  • Een twee- of meerlingenzwangerschap
  • Een afwijkende vorm van de baarmoeder of het bekken
  • Als de moederkoek of een vleesboom voor de uitgang ligt
  • Aangeboren afwijkingen bij het kind

Een stuitligging, wat nu?!

Als uw kind bij een zwangerschapsduur van 36 weken nog steeds in een stuitligging ligt, kan de verloskundige of gynaecoloog proberen het kindje te draaien. Dit lukt niet altijd. In minder dan 3 procent van de zwangerschappen ligt een kindje aan het einde van de zwangerschap nog steeds in stuitligging. Als het kindje aan het eind van de zwangerschap nog steeds in stuitligging ligt kun je kiezen tussen een keizersnede of een vaginale baring.

De vaginale bevalling

Een bevalling van een kindje in stuitligging lijkt in veel opzichten op een bevalling van een kindje in hoofdligging. Bij een stuitligging zal in het algemeen het ontsluitingstijdperk van de baring normaal verlopen. Wel bestaat er meer kans op vroegtijdig breken van de vliezen, omdat de voorliggende stuit de bekkeningang niet volledig afsluit, zoals bij een schedelligging, met het gevolg dat de volle druk van de weeën op de vochtblaas komen. Ook de bewegingen van de beentjes van de vrucht kunnen de vliezen doen breken. Tijdens de uitdrijving zal de stuit naar de bekkenuitgang worden gedrukt.

De heupen bij een onvolkomen stuitligging of de beentjes bij een volkomen stuitligging worden het eerst geboren. Is de romp geboren tot aan de punten van de schouderbladen, dan zal de schedel de bekkeningang bereikt hebben. Vanaf dat ogenblik bestaat de kans dat het deel van de navelstreng dat nog niet geboren is en dat naar de moederkoek loopt, door de schedel tegen de bekkenwand wordt dichtgedrukt.

De baring mag dan niet te lang meer duren. De schedel van de vrucht zal dan indalen, de verloskundige leidt de stuit met de hand naar voren en de schedel draait met het achterhoofd om de bilnaad (symfyse). Achtereenvolgens worden dan de kin, mond, neus en ogen, voorhoofd, kruin en achterhoofd geboren.

Mogelijke complicaties bij de moeder

Het risico op een complicatie bij de moeder is niet verhoogd bij een stuitbevalling. Wel is er een verhoogde kans dat er alsnog een keizersnede gedaan moet worden.

Mogelijke complicaties bij het kind

Kinderen die via een vaginale stuitbevalling ter wereld komen moeten vaker naar de couveuse afdeling dan kinderen die via een keizersnede ter wereld komen. Er kunnen verschillende redenen zijn om een kindje na de geboorte op zo’n afdeling op te nemen. Dit kan bijvoorbeeld komen doordat het kindje behoefte heeft aan wat extra zuurstof. Op lange termijn is er geen verschil tussen kinderen in stuitligging die via een keizersnede of vaginaal geboren worden.

Keizersnede

Als u een vaginale bevalling niet ziet zitten kunt u kiezen voor een keizersnede. Deze operatie zal bij een zwangerschapsduur van ongeveer 39 weken uitgevoerd worden. Het kindje wordt dan door middel van een operatie via de buik ter wereld gebracht.

Mogelijke complicaties bij de moeder

De kans op een ernstige complicatie is bij een keizersnede erg klein, maar groter dan bij een gewone bevalling. Denk hierbij aan een nabloeding in de buik of een infectie van het wondgebied. Daarnaast ligt de blaas erg dicht bij het operatiegebied, waardoor er mogelijk een beschadiging van de blaas kan optreden.

Mogelijke complicaties bij het kind

Het is iets moeilijker om een kindje in stuitligging ter wereld te laten komen. Het kan zijn dat hierdoor een kleine (zenuw)beschadiging bij het kind optreedt.

Een eventuele volgende zwangerschap

Als u een keizersnede heeft gehad ontstaat er een litteken in de baarmoeder. Dit zal altijd een zwakkere plek blijven. Bij een eventuele volgende bevalling wordt daarom geadviseerd om deze in het ziekenhuis te laten plaatsvinden. Mocht er een scheurtje in het litteken ontstaan, dan kunnen de dokters snel ingrijpen.

Wat moet ik kiezen?

Een vaginale bevalling bij een kindje in stuitligging kent enkele voorwaarden, namelijk:

  • De stuit moet al een beetje ingedaald zijn in het beken.
  • Het hoofd van het kind moet voorover gebogen liggen.
  • Het kindje mag niet te zwaar geschat worden.
  • Er waren geen ernstige problemen bij een eerdere bevalling, denk hierbij aan een moeizame kunstverlossing).
  • De ontsluiting en de uitdrijving moeten goed vorderen. Indien dit niet het geval is wordt er alsnog voor een keizersnede gekozen.

Indien u aan bovenstaande voorwaarden voldoet mag u in principe kiezen tussen een vaginale bevalling of een keizersnede. Bespreek de voor- en nadelen goed met uw partner. Hieronder volgt een kort overzicht van de voor- en nadelen.

Vaginale bevalling

Voordelen:

  • Natuurlijk, spontaan
  • Geen nadelen van operatie
  • Kortere ziekenhuisopname
  • Sneller herstel
  • Volgende bevalling eventueel thuis mogelijk

Nadelen:

  • Iets hogere kans op problemen bij het kind kort na de geboorte

Keizersnede

Voordelen:

  • Iets minder kans op problemen bij het kind na de geboorte

Nadelen:

  • Langere ziekenhuis opname
  • Langer herstel
  • Hogere kans op complicaties voor de moeder
  • Volgende thuisbevalling wordt sterk ontraden
  • Iets hogere kans op complicaties tijdens een volgende bevalling, doordat er een litteken in de baarmoeder zit.

Relevante artikelen

Nog geen reacties geplaatst, wees de eerste.



Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

MEDISCH VOORBEHOUD

De informatie op Menselijk Lichaam is géén medisch advies. Neem bij twijfel over gezondheid, behandeling of medicijnen altijd contact op met een arts, specialist of apotheker.

Meer informatie

Meld je aan voor de nieuwsbrief

Met het laatste nieuws en gezonde tips