Gewricht

Bewegelijke verbinding tussen twee of meer beenderen. Het gewricht is omsloten door een gewrichtskapsel. Een kraakbeenlaag, soms in de vorm van kraakbeenschijven, tussen de beenderen (meniscus, discus of tussenwervelschijf), en gewrichtsvocht (gewrichtssmeer) verminderen de wrijving. Naar hun wijze van bewegen worden de gewrichten in een aantal typen onderscheiden, bijvoorbeeld kogelgewricht en scharniergewricht: het kniegewricht is een scharnier-, het schoudergewricht een zuiver kogelgewricht.

Het gewrichtskapsel bestaat uit vaatrijk bindweefsel, aansluitend op de beenderen die het gewricht vormen. De binnenste bindweefselmantel produceert het gewrichtsvocht. Ligamenten (banden) en pezen geven de nodige steun. Zie ook pees. Een gewrichtsaandoening uit zich in pijn, stijfheid en/of zwelling, vaak gepaard gaande met het rood en warm worden van het gewricht. De oorzaak kan een ontsteking zijn, een degeneratieve (zie degeneratie) afwijking of een blessure. De meest typische gewrichtsziekten worden afzonderlijk behandeld onder de trefwoorden artritis, beenderziekten, jicht en tuberculose.
Het juist functioneren van een gewricht hangt af van een uitgebalanceerd samenspel van beenderen, spieren, pezen, ligamenten en zenuwen. Het uitvallen van een van deze factoren is voldoende om de functie van het gewricht ongunstig te beïnvloeden of zelfs onmogelijk te maken.

Stijve gewrichten, pijnlijk en gezwollen of niet, kunnen het gevolg zijn van een van de hierboven genoemde ziekten. Maar ook na botbreuken (fractuur) of ontwrichtingen kunnen de gewrichten stijf blijven, zij het vaak door indirecte oorzaken: door spalk of gipsverband is het dan te lang werkeloos geweest. Daarom worden tegenwoordig zo snel mogelijk bewegingsoefeningen, massage en fysiotherapie voorgeschreven om deze secundaire verstijvingen weer op te heffen of liefst geheel te voorkomen.
Blokkering van een gewricht (het ‘op slot zitten’) ontstaat wanneer zich ongebruikelijke losse delen binnen de gewrichtsholte bevinden (‘gewrichtsmuizen’) die plotseling tussen de raakvlakken van het blijven steken en de beweging verder onmogelijk maken. Het bekendst is het door sportmensen gevreesde scheuren van de meniscus van het kniegewricht (meniscuslaesie, voetbalknie).

De blessure ontstaat wanneer bij een gelijktijdige draaiing en ontwrichting van het been de halvemaanvormige kraakbeenplaatjes in het kniegewricht (zie meniscus) af- of inscheuren, en tussen de gewrichtsuiteinden schuiven. Een dergelijke blokkering kan operatief worden opgeheven.
Verstuiking (distorsio) is de vrij vage term voor pijnlijke lichte ontwrichtingen, meestal ten gevolge van de inwerking van geweld. Diezelfde oorzaak kan spieren, banden en pezen treffen die dan ‘verrekt’ worden en gedeeltelijk kunnen loslaten van de plaats waar zij bevestigd zijn. Inwerking van geweld kan de gewrichtseinden ook ‘uit het lid’ (uit de kom) trekken (ontwrichting, luxatio) of doen breken. Bij een pijnlijke verstuiking moeten daarom altijd röntgenfoto’s op verschillende niveaus gemaakt worden, om er zeker van te zijn dat de botten niet gebroken, versplinterd of ontwricht zijn. Een verstuiking betekent bovendien dat bloed en weefselvocht kunnen doorsijpelen, waardoor de huid kan verkleuren; verder kan het gewrichtskapsel licht ontsteken, wat een zwelling veroorzaakt waardoor het kapsel uitgerekt wordt; dit verklaart tevens de pijn. De verstuiking kan ogenblikkelijk behandeld worden met natte zwachtels of ijszakken om de zwelling te onderdrukken. Is de pijn zeer hevig dan kan eventueel een plaatselijk pijnstillend middel in gewrichtskapsel of omgeving ingespoten worden. Een vast of elastisch verband kan steunen. Doorgaans wordt geadviseerd het gewricht zo veel mogelijk, onbelast en zo ver de pijn het toelaat, te bewegen.

De bewegelijkheid zal aanvankelijk beperkt zijn maar met het vorderen van de genezing toenemen. Toepassing van warmte stimuleert het herstel. Eerst lichte, en beetje bij beetje krachtigere massages ter verbetering van de bloedcirculatie helpen eveneens. Mocht de genezing bij de toegestane beweging onvoldoende vorderen dan kan overwogen worden het gewricht een tijdlang met een spalk te immobiliseren. Ontwrichting (luxatio) wordt door dezelfde soort inwerking van geweld veroorzaakt als een fractuur. De pijn is minder, maar het gewricht kan helemaal niet bewogen worden en de ledematen kunnen in een onderling verschillende positie liggen. Het weer ‘in de kom’ plaatsen is de taak van een specialist. De eerste hulp bij ontwrichtingen is dezelfde als die bij breuken.
Aangeboren heupontwrichting (heupluxatie) komt bij meisjes meer voor dan bij jongens. De dijbeenkop ligt daarbij buiten de gewrichtskom. Is dit aan één kant het geval dan loopt de patiënt mank; indien de aandoening zowel rechts als links voorkomt vertoont de patiënt een typerende waggelende manier van lopen. De behandeling moet op zo jong mogelijke leeftijd beginnen en worden uitgevoerd door een orthopeed.

Bij krachtig geeuwen en te ver opensperren van de mond kan een spontane ontwrichting van de kaak optreden. Hierbij kan de mond niet meer gesloten worden. De behandeling van deze ontwrichting is als volgt: met de toppen van beide duimen worden de kiezen van de onderkaak naar beneden gedrukt, terwijl de andere vingers gelijktijdig van buiten af proberen de kin op te tillen.


Relevante artikelen

Nog geen reacties geplaatst, wees de eerste.



Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

MEDISCH VOORBEHOUD

De informatie op Menselijk Lichaam is géén medisch advies. Neem bij twijfel over gezondheid, behandeling of medicijnen altijd contact op met een arts, specialist of apotheker.

Meer informatie

Meld je aan voor de nieuwsbrief

Met het laatste nieuws en gezonde tips