Spijsverteringskanaal

Het spijsverteringskanaal is een met slijmvlies bedekte spierbuis van ongeveer negen meter lengte, die loopt van de mondholte tot aan de anus of uitscheidingsopening. Het kanaal wordt nergens onderbroken, maar is in het verloop wel wisselend van omvang en maakt daarbij vele bochten. De verschillende delen van het spijsverteringskanaal hebben afzonderlijke namen.

Het spijsverteringskanaal wordt ook wel maagdarmkanaal genoemd. Dit is eigenlijk geen juiste benaming, omdat ook de mondholte met het gebit, de speekselklieren en de slokdarm, en de sluitspieren van de anus een belangrijke rol spelen bij het opnemen en uitscheiden van voedsel.

Het eigenlijke maagdarmkanaal omvat van boven naar beneden: de maag, de uit drie delen bestaande dunne darm en de dikke darm, die eindigt in de anus.

De darmwand is van binnen naar buiten opgebouwd uit vier kokervormige, om elkaar heen liggende, weefsellagen: 1) slijmvlies, 2) bindweefsel, 3) tweelagig spierweefsel (buitenste en binnenste laag), 4) weivlies (serosa).

1. Het slijmvlies bestaat uit drie lagen (van binnen de holte gezien):
* een laag van dekweefsel,
* een laag van steunend bindweefsel,
* een dunne buitenste laag van glad spierweefsel.

Het dekweefsel is in verschillende gebieden rijkelijk voorzien van klierbuisjes. De bindweefsellaag bevat veel haarvaten, die het dekweefsel verzorgen. De gladde spierweefsellaag bevat uiteraard spiervezels en elastische vezels, die plaatselijke bewegingen mogelijk maken.

2. Het bindweefsel bevat grotere bloedvaten en een netwerk van zenuwvezels verzorgen de door het slijmvlies gevormde klieren. Enerzijds worden de klieren aangezet tot afscheiding en anderzijds worden ze in hun afscheiding afgeremd, zodat er een toestand van evenwicht ontstaat.

3. De belangrijkste spierlaag van het spijsverteringskanaal is de dubbele spierweefsellaag, die bestaat uit twee lagen glad spierweefsel. De vezels in de binnenste spierlaag zijn ringvormig gerangschikt en de vezels van de buitenste spierlaag lopen in de lengterichting.

4. Het weivlies bedekt met vele plooien een groot deel van het spijsverteringskanaal. Voor een groot deel is dit weivlies het tweebladige buikvlies, met bindweefsel en bloedvaten tussen de bladen.

Het tegen de wand van de buikholte gelegen buikvlies (peritoneum parietale), dat bestaat uit een laag platte dekweefselcellen (mesotheel), vormt plooien die naar de organen in de buikholte lopen.

Deze plooien worden gevormd door twee lagen of bladen van het mesotheel, met daartussen een laag bindweefsel, waarin bloedvaten lopen.


Relevante artikelen

Nog geen reacties geplaatst, wees de eerste.



Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

MEDISCH VOORBEHOUD

De informatie op Menselijk Lichaam is géén medisch advies. Neem bij twijfel over gezondheid, behandeling of medicijnen altijd contact op met een arts, specialist of apotheker.

Meer informatie

Meld je aan voor de nieuwsbrief

Met het laatste nieuws en gezonde tips