Malabsorptie

Klachten en verschijnselen
*Gewichtsverlies.
*Diarree.
*Buikkrampen, gasvorming en opgeblazen gevoel.
*Algemene verzwakking.
*Stinkende, grijze ontlasting die op water kan drijven.

Bij een goed verlopend verteringsproces worden de voedselbestanddelen afgebroken (verteerd) tot moleculen die in de bloedsomloop kunnen worden opgenomen. Door verschillende oorzaken worden deze voedselbestanddelen soms niet volledig verteerd, waardoor hun opname in het lichaam wordt verstoord. Wanneer dit gebeurt, zullen vitale voedselbestanddelen die het lichaam nodig heeft, met de ontlasting mee worden uitgescheiden. Het gevolg van deze slechte absorptie (malabsorptie) is ondervoeding.

Malabsorptie kan door vele, verschillende stoornissen worden veroorzaakt. Bij een ziekte van de alvleesklier kunnen verteringsenzymen gaan ontbreken met als gevolg malabsorptie. Dit wordt vaak slechte vertering (maldigestie) genoemd. Omdat de opname van voedingsstoffen in het lichaam hoofdzakelijk in de dunne darm plaats vindt, kan een ziekte daarvan leiden tot verlies van vitale voedselbestanddelen, die meegaan met de ontlasting.

Het voornaamste verschijnsel bij malabsorptie is een overmatige hoeveelheid vet in de ontlasting (steatorroe). De ontlasting ziet er grijs of bleek uit en kan meer omvang hebben dan normaal. De abnormaal grote hoeveelheid vet zal de ontlasting doen drijven op water en meer doen stinken dan gebruikelijk. Behalve vet gaat ook eiwit met de ontlasting verloren, met als gevolg dat het lichaam verzwakt.

Malabsorptie kan een tekort veroorzaken aan vitamine A, B12, D, E en K en aan foliumzuur, doordat deze waardevolle stoffen die normaal in het voedsel voorkomen nu met de ontlasting mee verdwijnen. Een lage bloedspiegel van vitamine B12 en van foliumzuur is een sterke aanwijzing voor malabsorptie. Met het voortdurende verlies van vet met de ontlasting kan ook calcium in grote hoeveelheden verloren raken en dit heeft twee onverwachte gevolgen: nierstenen van calciumoxalaat en ontkalking van de botten (osteomalacie).

Enkele van de belangrijkste oorzaken van de zeldzaam voorkomende malabsorptie van de dunne darm worden hieronder besproken. Voor een andere, niet ongewone oorzaak van malabsorptie, zie Chronische ontsteking van de alvleesklier.

Coeliakie

Coeliakie (ook wel niet tropische spruw of gluten-enteropathie genoemd) is een belangrijke oorzaak van malabsorptie. Deze ziekte wordt veroorzaakt door een overgevoeligheid voor gluten, een eiwit dat gevonden wordt in tarwe, rogge, haver en gerst. De intolerantie voor gluten leidt ertoe dat het slijmvlies van de dunne darm zijn kleine vlokken (villi) verliest waar doorheen de voedselbestanddelen geabsorbeerd worden. Bovendien worden verteringsenzymen niet meer in voldoende mate door het slijmvlies geproduceerd. De gebruikelijke verschijnselen zijn stinkende diarree, opgeblazen gevoel in de buik en bloedarmoede.

Coeliakie komt het meest bij kinderen voor. Bij hen zijn de meest zorgwekkende verschijnselen gewichtsverlies en groeistilstand. Botveranderingen zoals bij rachitis (Engelse ziekte) kunnen bij kinderen met coeliakie voorkomen; bij volwassenen osteomalacie (verweking van het skelet door ontkalking) met gevoelige en zelfs pijnlijke botten.

Behalve onderzoek van de ontlasting op overmatig vet en eiwit, zal de huisarts die de diagnose coeliakie bij een patiënt overweegt ook een röntgenonderzoek van de dunne darm laten maken. Meestal wordt ook een slijmvliesbiopsie van de dunne darm verricht met behulp van een instrument dat door de mond wordt ingebracht. Het weefsel wordt onder de microscoop bekeken op de karakteristieke veranderingen van de niet tropische spruw.

Coeliakie wordt meestal behandeld door geen voedsel meer te eten dat gluten bevat. Ter aanvulling van mogelijke tekorten kunnen extra vitaminen en mineralen worden voorgeschreven. De huisarts of de diëtist zal de patiënt instructies geven voor een juist glutenvrij dieet. Zij kunnen ook de titels verstrekken van speciaal hiervoor bestemde kookboeken en adressen van ondersteunende patiëntenverenigingen.

Wanneer het glutenvrije dieet nauwkeurig gevolgd wordt, zullen de darmvlokken (villi) in enkele maanden hun normale vorm en hun vermogen tot absorptie terugkrijgen. De ontlasting zal weer normaal worden en het lichaamsgewicht niet meer afnemen. Het glutenvrije dieet moet voor onbepaalde tijd worden gevolgd, anders keren de verschijnselen terug.
Tropische spruw. Dit is een andere ziekte die malabsorptie veroorzaakt. Deze treft reizigers naar tropische gebieden overal in de wereld. De verschijnselen kunnen zich maanden tot zelfs jaren na terugkeer uit de tropen voordoen. De oorzaak van deze ziekte is niet met zekerheid bekend, maar het kan een infectieus micro-organisme betreffen. Patiënten met tropische spruw kunnen lijden aan diarree, aan gewichtsverlies en aan bloedarmoede.

Het diagnostisch onderzoek houdt hetzelfde in als dat voor coeliakie, de niet tropische spruw.

De behandeling van tropische spruw bestaat in het algemeen uit suppletie van foliumzuur en vitaminen en een kuur met een antibioticum zoals tetracycline. Meestal is geen speciaal dieet vereist. Afhankelijk van de ernst van de ziekte kan het antibioticum tot wel zes maanden lang moeten worden ingenomen.

Bacteriële woekering.

Onder normale omstandigheden levert een bacteriële woekering in de dunne darm geen probleem op, omdat door de constante darmbeweging (peristaltiek) de bacteriën worden uitgescheiden.

Onder bepaalde omstandigheden kunnen darmbacteriën zodanig woekeren dat zij malabsorptie veroorzaken. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij mensen met suikerziekte (diabetici) en diarree.

De oorzaak van een overmatige bacteriële vermenigvuldiging is vaak een peristaltiekstoornis die de bacteriën de gelegenheid geeft om te woekeren. Bacteriële woekering wordt ook wel waargenomen na een darmoperatie, waarbij een deel van de dunne darm is kortgesloten (bypass of overloop). De diagnose wordt gesteld door een bacteriële kweek van monsters dunne darminhoud of soms indirect door onderzoek van bloed en urine. De behandeling bestaat uit antibiotica, vaak in een cyclus van één week per maand.

Sclerodermie.

Bij sclerodermie van de darm slinkt (atrofieert) de spierwand en dat geeft zowel een stoornis van de absorptie van voedselbestanddelen als van de peristaltiek. Sclerodermie kan ook het slijmvlies van de slokdarm aantasten en zuurbranden veroorzaken.

Omdat deze zeldzame aandoening ook andere organen kan aantasten, staat de ziekte klinisch bekend als progressieve systemische sclerose. De oorzaak van deze chronische ziekte is onbekend. Ernstige diarree ten gevolge van bacteriële woekering kan optreden. Herhaaldelijk toedienen van antibiotica kan nuttig zijn.

AIDS.

Een andere ziekte die malabsorptieproblemen geeft is AIDS, het verworven (’acquired’) immuno deficiëntie syndroom. De voornaamste verschijnselen, diarree en gewichtsverlies, bij AIDS-patiënten zijn het gevolg van infecties in de dunne en dikke darm.

Ziekte van Whipple.

Deze zeldzame vorm van malabsorptie overkomt voornamelijk mensen van boven de 45 jaar. De oorzaak is vermoedelijk een infectieus micro-organisme dat nog niet met zekerheid geïdentificeerd is. Symptomen zoals diarree, buikpijn, progressief gewichtsverlies en donkerkleuring van de huid kunnen zich voordoen. De bacteriële infectie kan ook lichte koorts veroorzaken. De diagnose wordt gesteld door middel van een biopsie uit de dunne darm.

Een langdurige kuur met antibiotica heeft vooral succes bij het herstel van malabsorptie bij de ziekte van Whipple.

Amyloïdose.

Dit is een zeldzame ziekte die voortkomt uit de aanwezigheid van een bepaald eiwit, amyloïd genoemd, dat stijfselachtige eigenschappen heeft. Afhankelijk van waar de ongewenste afzettingen van dit eiwit in het lichaam verschijnen, zijn de gevolgen onbeduidend of hevig. Een ophoping van amyloïd in de dunne darm bijvoorbeeld, zal het slijmvlies een consistentie geven als die van rubber of was en een ernstige malabsorptie tot gevolg hebben. De diagnose van deze aandoening wordt door middel van een dunne darmbiopsie gesteld.

Er is geen methode bekend om de vorming van amyloïdafzettingen te voorkomen. De behandeling is gericht op het verlichten van de klachten en op behandeling van de eventuele, onderliggende ziekte die tot amyloïdose heeft geleid. Zulke ziekten zijn tuberculose, de ziekte van Hodgkin en reumatoïde artritis.

Intolerantie voor lactose.

Lactose is de voornaamste suiker in koemelk en komt alleen voor in melk en melkproducten. Het heeft voor de vertering het enzym lactase nodig. Intolerantie voor lactose treedt op als het slijmvlies van de dunne darm niet voldoende hoeveelheden van dit enzym produceert.

Het niet kunnen verdragen van lactose veroorzaakt buikkrampen, een vol gevoel, diarree en buitensporige gasvorming wanneer meer dan een bepaalde hoeveelheid melk wordt gedronken. Gewoonlijk zullen kleine hoeveelheden melk de verschijnselen niet oproepen.

Geringe of afwezige vorming van lactase in het slijmvlies van de dunne darm is in feite normaal bij ongeveer 70 procent van de wereldbevolking. Bij blanke Noord- en Westeuropeanen en bij hun afstammelingen in de Verenigde Staten, komt een lage lactaseproductie betrekkelijk weinig voor. Een intolerantie voor lactose is bij deze mensen dus ongewoon. Een lage lactase spiegel komt meer voor onder de bevolking rond de Middellandse zee, onder Afrikanen en Aziaten. In de wereld zijn dus veel mensen die in meer of mindere mate lijden aan intolerantie voor lactose.

Een lage lactasespiegel kan in samenhang voorkomen met andere malabsorptieziekten, zoals de niet tropische en de tropische spruw, virusinfecties of bacteriële infecties van de dunne darm en met taai-slijmziekte.

Iemand die lactose niet kan verdragen, hoeft melkproducten niet volledig uit zijn voeding te bannen.

Het is beter de consumptie van melkproducten te verminderen, alleen melk te drinken tijdens de maaltijden en te proberen de benodigde hoeveelheid calcium te betrekken uit kaas en yoghurt, die minder lactose hebben dan melk.

Een mogelijk alternatief is een lactasepreparaat te kopen en dat met de melk te vermengen. Zo’n preparaat verandert de lactose in eenvoudige suikers die gemakkelijk verteerd kunnen worden.

Syndroom van de korte darm.

Na operatieve verwijdering van een beduidend groot stuk darm, kunnen zich malabsorptie problemen voordoen.

Deze toestand wordt het ’syndroom van de korte darm’ genoemd. Omdat verschillende voedselbestanddelen ook op verschillende plaatsen in de dunne darm geabsorbeerd worden, zal het effect van de operatie op de voedselabsorptie afhangen van hoeveel darm is verwijderd en welk gedeelte. Wanneer geen aanzienlijke hoeveelheid darm is weggenomen, zal het overblijvende deel zich aanpassen en meer absorberen en aldus in staat zijn malabsorptie te voorkomen.


Relevante artikelen
2 reacties
  1. Mijn dochter van 5 kampt met gewichtsverlies in combinatie met groeistilstand. Ze heeft ook last van vettige gele ontlasting die blijft drijven. Bij haar is de darmparasiet Giardia Lamblia de boosdoener. Parasieten als oorzaak van malabsorbtie mis ik dus in dit artikel.

  2. inderdaad, ik ben ervan herstellende maar heb nog heel veel klachten. Het is een drama die parasiet. Men weet ook eigenlijk niet hoeveel schade die parasiet aan de dunne darm toebrengt. Momenteel ben ik overgevoelig voor van alles en nog wat.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

MEDISCH VOORBEHOUD

De informatie op Menselijk Lichaam is géén medisch advies. Neem bij twijfel over gezondheid, behandeling of medicijnen altijd contact op met een arts, specialist of apotheker.

Meer informatie

Meld je aan voor de nieuwsbrief

Met het laatste nieuws en gezonde tips