Romp

Het romp skelet bestaat uit de wervelkolom, de ribben, het borstbeen, het schouderblad, het sleutelbeen en het bekken. De wervelkolom (columna vertebralis) vormt samen met het wervelkanaal een beschermend omhulsel voor het ruggenmerg. Van opzij gezien heeft hij een dubbele S-vorm; hij bestaat uit 33 à 34 afzonderlijke wervels. Er zijn zeven halswervels, twaalf borstwervels, vijf lendenwervels, vijf sacraalwervels en vier à vijf stuitbeenwervels. De sacraal- en stuitbeenwervels zijn met elkaar versmolten en vormen samen het heiligbeen en het stuitbeen. Op de eerste twee halswervels na, de atlas en de draaier, hebben alle wervels dezelfde bouw of grondvorm.

Iedere wervel (vertebra) heeft een wervellichaam (corpus vertebrae), een wervelboog (arcus vertebrae), een doornvormig uitsteeksel (processus spinosus), twee dwarslopende uitsteeksels (processus transversi) en twee bovenste en twee onderste gewrichtsuitsteeksels (processus articulares). De openingen van de wervels vormen bij elkaar het wervelkanaal of ruggenmergkanaal (Medulla spinalis). Twee wervelbogen vormen steeds de tussenwervelopeningen, waardoor de ruggenmergszenuwen naar buiten treden; daar liggen ook de spinale ganglia. Het ongepaarde doornvormige uitsteeksel steekt naar achter en naar onder uit; het is met de hand goed te voelen.

De zeven halswervels (vertebrae cervicales) hebben, met uitzondering van de eerste twee wervels, een gering wervellichaam. De wervellichamen worden wervel voor wervel, tot aan de laatste – de zevende – steeds breder. De eerste, de tweede en de zevende wervel nemen trouwens een bijzondere plaats in ten opzichte van de andere wervels. Om te beginnen de atlas en de draaier (axis): de atlas, die het hoofd draagt, heeft de vorm van een ring met aan de bovenkant twee gewrichtsvlakken voor de gewrichtsknobbels van het achterhoofdsbeen. De atlas beschikt niet over een eigen corpus, zijn botmassa heeft zich daarentegen als een ring geschoven om de tand van de tweede halswervel. Zo vormen zij samen het gewricht. In totaal heeft het hoofd de beschikking over drie gewrichten met zes op zichzelf staande gewrichtsvlakken: tussen atlas en achterhoofd twee gewrichtsvlakken voor de knik- en zijwaartse bewegingen van het hoofd, tussen atlas en draaier een paar ernaast, alsook een mediaan enkelvoudig gewricht waarin de atlasring – en daarmee het hoofd – om de tand van de axis draait.

De zevende halswervel (vertebra prominens) heeft een lang, duidelijk voelbaar doornvormig uitsteeksel en lange dwarsuitsteeksels.

De borstwervels (vertebrae thoracales) vormen samen met de twaalf ribbenparen en het borstbeen de borstkas. Elke rib is via een echt gewricht bij het kopje en een knobbeltje met het wervellichaam en de dwarsuitsteeksels verbonden; de wervels zijn voor deze aanhechting voorzien van kleine vlakke gewrichtsfacetten. De vijf lendenwervels (vertebrae lumbales) onderscheiden zich van alle overige wervels door grootte en massiviteit. Het zijn de grootste beenderen van de ruggengraat, die tijdens het staan dan ook het meeste gewicht moeten stabiliseren. De doornvormige uitsteeksels van de
lendenwervels zijn kort, breed, verdikt en aan het eind afgerond.

De vijf sacraalwervels (vertebrae sacrales) zijn in een vroeg stadium met elkaar versmolten en vormen zo het gewelfde heiligbeen. Het vormt op zijn beurt de achterkant van het kleine bekken. De vier tot vijf stuitbeenwervels (vertebrae coccygeae) zijn samengesmolten tot het stuitbeen, dat doet denken aan een gebogen piramide. De afzonderlijke stuitbeenwervels louter uit een nauwelijks geleed lichaam. Alle wervels zijn met elkaar verbonden en vormen aldus de wervelkolom. Sommige wervels hebben extra verbindingselementen, zoals tussenwervelschijven, kleine wervelgewrichten en vezelig kraakbeen. Symmetrische wervelgewrichten zijn die gewrichten, waarbij een beweging in het ene gewricht een verschuiving in een ander gewricht ten gevolge heeft. De borstkas wordt beschermd door twaalf ribbenparen (costae). Elke rib is in het gebied van de rug via een hol vlakje door een gewricht verbonden met de borstwervels van de wervelkolom. Alle ribben, uitgezonderd de beide onderste, zijn aan de voorkant verbonden met het borstbeen. Zeven paar echte ribben hechten direct aan het borstbeen; het ribkraakbeen van de drie paar valse ribben vormt met de zevende rib de ribbenboog. Het gummiachtige kraakbeen in deze gewrichten maakt de adembewegingen van de borstkas mogelijk.

Bij iedere rib onderscheidt men een lang beendergedeelte, het ribbenbeen en het korte kraakbenige bindweefsel. Een rib heeft twee uiteinden: het voorste gedeelte, dat aan de borst grenst (extremitas sternalis), en het achterste of werveldeel (extremitas vertebralis). Elke rib heeft een kopje (caput costae), een hals (collum costae) en de rib zelf (corpus costae). Het kopje van de rib bevindt zich aan het werveluiteinde; het bestaat uit een verdikking van het gewrichtsoppervlak. De hals van de rib is het smalste, en tevens het meest afgeronde deel van de rib. Het ribkraakbeen is de voortzetting van het ribbenbeen. Vanaf de eerste tot aan de zevende rib nemen ze in lengte toe en zijn ze direct met het borstbeen verbonden. De onderste kraakbeendelen bereiken het borstbeen niet, maar zijn derhalve als een brug met het kraakbeen van de daarboven liggende ribben vergroeid.

Het borstbeen (sternum) is een plat been, waarvan de bovenkant enigszins gewelfd en de achterkant concaaf is. Het ligt midden voor in de borst. Men onderscheidt de steel, een lichaam en een zwaardvormig uitsteeksel. De steel van het borstbeen (manubrium sterni) is het bovendeel: van boven breed en dik, aan de onderkant relatief dun en smal; aan de bovenrand is de steel een licht gebogen. Het borstbeenlichaam (corpus sterni) is driemaal zo lang als de steel, maar is dunner. Vrouwen hebben een korter borstbeen dan mannen. Het zwaardvormig uitsteeksel (processus xiphoideus) vormt het kortste deel van het borstbeen; het omvat het geheel of gedeeltelijk uit kraakbeen bestaande gebied van het borstbeen.

De borstkas (thorax) bestaat uit het borstgedeelte van de wervelkolom, de ribben en het borstbeen; hij ziet eruit als een afgeknotte kegel. De borstkas biedt een beschermend en tevens flexibel geraamte van beenderen. Hij geeft de borst en de organen in de bovenbuik (met name longen, hart, lever, milt en nieren) een stabiele bescherming, maar is tevens elastisch genoeg om ook aanzienlijke
volumeveranderingen, zoals die zich voordoen bij de ademhaling toe te laten.Het schouderblad (scapula) is een plat, driehoekig botstuk. Het is ingebed in de rugspieren tussen de ribben twee tot en met zeven. De schoudertop vormt samen met het sleutelbeen een gewricht. Bovendien behoort het schouderblad tot het armgewricht. Het sleutelbeen (clavicula) is een gedeelte van de schoudergordel dat uit bot bestaat. Het is een S-vormig gebogen pijpbeen, dat voor en over de eerste rib heen over de zijkant van de borstkas uitsteekt. Het sleutelbeen bestaat uit een lichaam en twee uiteinden: het binnenste of borsteind en het buitenste of schoudereind. Het borsteind is naar voren gebogen, het armeind naar achteren.

Het romp skelet van de bekkengordel is samengesteld uit de beide bekkenbeenderen. Aan de voorkant hechten de beenderen zich kraakbenig aan elkaar, en van achter zijn zij met het heiligbeen verbonden waardoor er een geheel gesloten bekkenring of bekken (pelvis) ontstaat. De twee heupbeenderen (ossa coxae) zijn platte beenderen. In de loop van hun ontwikkelingsproces groeien zij kraakbenig vast aan drie hoofdpunten. In deze gebieden ontstaan er drie met elkaar versmolten beenstukken, die in de kom (acetabulum) van het heupgewricht met elkaar verbonden zijn: het darmbeen (osilium) ligt achter de gewrichtskom, waarvan het voorste deel gevormd wordt door het schaambeen (os pubis). Het zitbeen (os ischii) tenslotte ligt achter onder in de gewrichtskom.


Relevante artikelen

Nog geen reacties geplaatst, wees de eerste.



Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

MEDISCH VOORBEHOUD

De informatie op Menselijk Lichaam is géén medisch advies. Neem bij twijfel over gezondheid, behandeling of medicijnen altijd contact op met een arts, specialist of apotheker.

Meer informatie

Meld je aan voor de nieuwsbrief

Met het laatste nieuws en gezonde tips