Mijlpalen in de normale ontwikkeling van uw kind

In de eerste levensweken is de eerste glimlach van uw baby een belangrijke gebeurtenis. Hoewel u uw baby wel vaker ziet glimlachen, komt zijn wat genoemd wordt sociale glimlach meestal pas na de eerste maand, gewoonlijk als hij 8 weken oud is.

Als uw baby 6 weken oud is, geeft hij duidelijk de voorkeur aan gezinsleden boven onbekenden. Glimlach tegen uw baby en hij glimlacht terug. Let erop hoe intens hij u tijdens het drinken aankijkt.

Als de baby 2 maanden oud is lacht hij met zijn hele lichaam. Let op hem als u de kamer binnenkomt. Hij begint opgewonden met zijn armen en benen te zwaaien. En hij kirt en maakt keelgeluiden.

Uw reactie op de glimlach van uw kind is in deze eerste weken erg belangrijk. Als u uw baby knuffelt, tegen hem glimlacht en praat en erop let wat hij graag wil, dan moedigt u het glimlachen aan.

In zijn tweede levensmaand leert uw baby onderscheid te maken tussen mensen en voorwerpen en reageert hij heel direct op mensen. Hij begint ook uw stem te herkennen. Het is dus best mogelijk dat een baby die aan het huilen is bij de baby-oppas onmiddellijk rustig wordt als een van zijn ouders de kamer binnenkomt en op een kalmerende toon tegen hem praat.

Een baby van 3 maanden kan al zo’n 10 minuten of een kwartier achter elkaar spelen. Een kind van deze leeftijd is gauw afgeleid en onderbreekt zelfs zijn voeding om te kijken of te luisteren naar iets dat zijn belangstelling wekt. Hij kan een hele tijd naar iets kijken – een plaatje, een mobiel, zijn eigen hand.

Wellicht valt het u op dat zijn geheugen iedere dag toeneemt. Hij kan verband gaan leggen tussen bepaalde handelingen en de beloning die hij krijgt – bijvoorbeeld het dichtgaan van de deur van de koelkast en uw komst met zijn voeding. Hij heeft, in afwachting van uw komst, ook nog enkele ogenblikken geduld, maar als dat te lang duurt bijvoorbeeld omdat de telefoon gaat, begint hij te huilen.

Als hij 4 maanden is heeft hij meer belangstelling voor zijn omgeving dan voor zijn voedingen. Verbaast u zich er maar niet over als een voeding langer duurt dan gewoonlijk.

Een mijlpaal in deze periode – meestal zo rond de twintig weken – is het gedrag van uw baby voor een spiegel. Houd hem voor een spiegel en kijk hoe hij gaat glimlachen. Als zijn spiegelbeeld dan terug glimlacht, wordt hij helemaal opgewonden en begint hij te brabbelen. Hij is bijzonder verbaasd als hij u tweeën in de spiegel ziet en hij kijkt dan steeds naar u om en dan weer naar de spiegel.

Als hij 5 maanden oud is kent uw baby zeer goed het verschil tussen zijn eigen ouders en vreemden. Mogelijk ziet u voor het eerst dat hij bang is voor onbekenden.

Op deze leeftijd heeft uw kind ook geleerd voorwerpen te herkennen en op te zoeken. Als bijvoorbeeld een speelgoedje op de grond valt, gaat hij het opzoeken of hij speelt met een bepaald speelgoedbeestje, legt het weg en pakt het later weer op.

Een kind van 6 maanden is de helft van de tijd dat hij wakker is levendig en klaarwakker.

Als u hem de fles geeft, dan wil hij misschien steeds weer proberen zelf de fles vast te houden. Enkele baby’s van deze leeftijd zijn al zo ver dat ze behalve uit de fles ook uit een bekertje beginnen te drinken.

Vast voedsel kan deel gaan uitmaken van het menu. De dagen dat hij er tevreden mee was dat u alle voedingen gaf, zijn voorbij. Zijn handigheid is al zo ver verbeterd dat hij zelf stukjes eten pakt en in zijn mond stopt of ze ergens anders smeert als hij daar zin in heeft.

De toenemende motorische vaardigheid geeft het kind van 7 maanden een gevoel van vrijheid. Hij zal proberen ’zijn vleugels uit te slaan’, maar dat dan alleen maar in uw geruststellende aanwezigheid. Wees niet verbaasd als uw baby iedere keer gaat huilen als u de kamer uitgaat. De baby die tot nu toe heel tevreden zijn tijd doorbracht in de box, wordt nu plotseling boos als u niet in dezelfde kamer bent.

Een kind van deze leeftijd stopt alles in zijn mond. Hij kauwt op zijn vingers, zuigt op zijn duim en sabbelt op zijn tenen en vindt dat allemaal heel fijn. Tijdens het eten probeert hij de lepel te pakken.

Een baby van 8 maanden hangt duidelijk aan zijn moeder. Op deze leeftijd treedt vaak de scheidingsangst op en zo kan het gebeuren dat iedere keer als u de kamer uitgaat dit tot paniek bij de baby leidt. En de baby die zich voor die tijd niets aantrok van vreemden wordt nu opeens bang van de buurman of de dokter. Of hij begint enorm te huilen als de baby-oppas komt, zelfs als dat iemand is die hij kent. Deze reacties zijn een normaal onderdeel van zijn ontwikkeling. U hoeft zich daar geen zorgen over te maken. Knuffel hem gewoon even en verzeker hem dat u zo weer terug bent.

Een kind van 9 maanden is al ver genoeg in zijn ontwikkeling om zich te vervelen. Dat komt omdat zijn geheugen al goed ontwikkeld is. Daarom is hij steeds op zoek naar nieuwe prikkels en het spelletje ’s avonds dat hij de vorige maand nog prachtig vond, vindt hij nu niet meer interessant.

Andere ontwikkelingsaspecten die u nu kunt verwachten zijn gevoelens van onzekerheid en zelfs angst. Iedere keer als u de stofzuiger aandoet, begint uw baby te huilen. Of hij wil opeens niet meer in het bad terwijl hij dat voor die tijd altijd zo heerlijk vond. Met een beetje geduld en begrip van uw kant zijn deze angsten meestal binnen een maand of zo overwonnen.

Als hij 10 maanden is kan hij twee kleine voorwerpen in één hand houden.

In deze tijd begint zich bij uw baby het gevoel te ontwikkelen dat hij deel uitmaakt van het gezin. Zijn stemmingen worden duidelijker. Als u op hem moppert kijkt hij bedroefd, als u hem ergens voor prijst straalt hij helemaal. Als hij iets lekkers gegeten heeft smakt hij met zijn lippen en hij wordt vrolijk als uw echtgenoot thuis komt van zijn werk.

Dit is ook de tijd dat uw baby “nee” begint te zeggen. Hij heeft nu ook een bepaald gevoel ontwikkeld dat iets van hem is en mogelijk gaat hij nu onderscheid maken tussen speelgoed dat van hem is en iets dat aan zijn broer of zus toebehoort.

Het zal u opvallen hoe het nadoen een rol speelt in het leerproces van uw kind. Tijdens het eten wil hij u een hapje eten geven; na het eten probeert hij uw gezicht en handen schoon te maken.

Hoewel hij niet altijd wil meewerken, probeert uw baby, als hij 11 maanden oud is, wel uw goedkeuring te krijgen en uw afkeuring te vermijden. Toch kan hij het niet laten, steeds te proberen hoe ver hij kan gaan. Als u hem naar bed hebt gebracht, roept hij u om de vijf minuten. En als u hem iets vraagt reageert hij daarop met “nee”. Maar op deze leeftijd kan “nee” ook “ja” betekenen.

Dit ’tegen de draad in zijn’ wordt nog sterker bij een baby van 12 maanden. Sommige kinderen van deze leeftijd hebben hun eerste driftbuien; u kunt weigeringen verwachten. De eetlust wordt nu minder. Verbaas u er dus niet over dat uw grage eter ineens kieskeurig wordt. Het dwars zijn geldt ook voor het naar bed gaan. Slaapproblemen komen op deze leeftijd veel voor.

Als u er zich zorgen over maakt dat uw baby deze mijlpalen in zijn ontwikkeling niet bereikt, praat daar dan met uw dokter over.