Hartziekte

Verzamelbegrip voor veel verschillende vormen van ziekte van het hart, die zich of alleen ter plaatse van het hart kunnen manifesteren of gepaard gaan met ziekten van andere organen, resp. orgaansystemen van het lichaam, of gevolgziekten daarvan zijn. Het begrip hartkwaal omvat nogal eens de combinatie van een hartziekte en een nierziekte, omdat de taken van deze orgaansystemen dermate op elkaar afgestemd zijn, dat de beschadiging van een van deze systemen voor het andere gevolgen heeft en dit erbij betrekt.

Hartziekten hebben een verslechtering van de bloed- en zuurstofvoorziening tot gevolg. De meest kwetsbare organen hierbij zijn de hartspier zelf en de hersenen.
Een hartinfarct kan bijvoorbeeld plaatsvinden, wanneer een of meer arteriën (hartkransslagaders, coronair arteriën) die de hartspier verzorgen, door afsluiting of scheuring uitvallen, zodat het door deze arteriën verzorgde gebied van de hartspier afsterft. Hartziekten zijn de meest voorkomende doodsoorzaken in hooggeciviliseerde landen. Deze cijfers zijn gedeeltelijk misleidend, omdat door de resultaten van de geneeskunde op andere gebieden steeds meer mensen de voor hartziekte kritieke leeftijd bereiken. Ongeveer 60% van alle mensen die ten gevolge van een hart- of vaatziekte sterven, zijn ouder dan 65 jaar. Hart- en vaatziekten zijn in de allereerste plaats degeneratieprocessen. Een verstandige, zinvolle manier van leven vermag deze processen weliswaar uit te stellen, geheel en al te stoppen zijn ze echter niet. Juist in de laatste jaren heeft de diagnostiek en de behandeling van de cardiovasculaire ziekten (cardio = betreffende het hart; vasculair = betreffende het bloedvatenstelsel) vooruitgang geboekt: de diagnostiek kreeg een bredere basis, nieuwe medicijnen werden ontwikkeld, de hart-bloedsomloopchirurgie bewandelt geheel nieuwe wegen met als hoogtepunt ongetwijfeld de relatief succesvolle harttransplantaties. Zelfs de overlevingskansen voor patiënten met een hartinfarct zijn door moderne behandelingsmethoden aanzienlijk verbeterd.

Vormen van hartziekten

Er zijn verschillende soorten organische hartziekten waarbij de hartspier zelf, de hartkleppen, het hartzakje of de binnenwand van het hart betrokken kan zijn. Daarnaast bestaat een tweede grote categorie van functionele hartziekten, zie functioneel, waarbij de functie resp. de prestatie van het hart afwijkend is, zonder dat organische veranderingen van het hart aantoonbaar zijn.

Organische hartziekten:

2% van alle hartaandoeningen zijn aangeboren, dat wil zeggen ze ontstaan al voor de geboorte en worden in de regel als het kind nog klein is al geconstateerd. Bij de zogenaamde blue baby is sprake van een aangeboren hartafwijking, die in het hart een vermenging geeft van bloed uit de aders en de slagaders.
Andere vormen van organische hartziekten staan in oorzakelijke samenhang met een afwijkende werking van endocriene klieren, een chronische longziekte, die het hart overbelast, een ernstige anemie, storingen in de voedselvoorziening, vergiftigingen door zware metalen of afbraakproducten van de stofwisseling (bijvoorbeeld bij uremie) en met directe verwondingen van het hart.
De tweede grote categorie organische hartziekten wordt veroorzaakt door infectie. Reumatische koorts is de meest voorkomende oorzaak. Ook door difterie, syfilis, tuberculose of tyfus kunnen organische veranderingen van het hart ontstaan. Gelukkig kunnen deze elementaire ziekten tegenwoordig goed behandeld worden, meestal nog voordat ze schade aan het hart kunnen toebrengen. Voor de ontdekking van de antibiotica was een bacteriële endocarditis (ontsteking van de binnenwand van het hart) meestal dodelijk. Tegenwoordig is ze met behulp van penicilline of andere antibiotica in de meerderheid van de gevallen te genezen.

Het hartzakje (pericard), waar het hart in ligt, kan eveneens ontstoken raken (pericarditis). Ten gevolge van verharding en verdikking van het hartzakje kan het hart uiteindelijk in zijn werkzaamheden belemmerd worden. Deze ziekte, constrictieve pericarditis, kan operatief, door het streepsgewijs doorscheuren van het vezelachtige weefsel van het hartzakje, behandeld worden.
Infecties vormen de hoofdoorzaak van hartziekten in de kinder- en jeugdjaren. Een gevreesde complicatie hierbij zijn de veranderingen van de hartkleppen ten gevolge van ontstekingen. Deze kunnen door littekenvorming en schrompeling dermate veranderen, dat ze hun taak als ventiel niet meer kunnen uitvoeren. Ieder pompsysteem met vernauwde of niet goed sluitende ventielen werkt oneconomisch. De pomp, in dit geval het hart, wordt overbelast en kan eventueel niet meer de vereiste prestatie leveren, in dit verband wordt gesproken van hartinsufficiëntie.

Het hartinfarct

Een hartinfarct ontstaat ten gevolge van een afsluiting van een hartkransslagader door een trombus (bloedstolsel) of een plaats elders waar de bloedtoevoer afgesloten is. Een hartinfarct kan tot een plotselinge dood leiden (hartverlamming); in naar schatting 85% van de gevallen is een hartinfarct echter niet dodelijk. Ofschoon een hartinfarct plotseling optreedt, heeft de hoofdkwaal, de ‘verkalking’ van de hartkransslagaders, zich meestal al jarenlang ontwikkeld. Bij slagaderverkalking (arteriosclerose) wordt de binnenwand van de slagader (arterie) dikker en ruw. Dientengevolge kunnen zich plotseling bloedstolsels vormen. De behandeling van een hartinfarct bestaat in de eerste plaats uit algehele rust. Er kunnen medicijnen voorgeschreven worden die de bloedstolsels oplossen en de vaatkramp wegnemen, evenals middelen die de bloedstolling tegengaan. Wanneer zware belasting van het hart gedurende de genezingstijd vermeden wordt, kan de patiënt in de regel herstellen en weer normaal aan het leven deelnemen. In sommige gevallen is het beschadigde deel in de hartspier evenwel zo uitgebreid, dat het hart verzwakt blijft en het hart niet meer de vereiste prestatie kan leveren.

Angina pectoris

Angina pectoris betekent ‘benauwdheid in de borst’. Bij 95% van deze gevallen betreft het ook hier een ziekte van de hartkransslagader. In vergelijking tot het hartinfarct is angina pectoris minder gevaarlijk. De hartspier krijgt bij angina pectoris niet genoeg zuurstof toegevoerd. Symptomen die hierbij kunnen optreden zijn pijnscheuten in de borststreek, uitstralend naar de linkerarm, en een gevoel van beklemming en druk op de borst.

Het gaat bij angina pectoris om een vorm van hartzwakte waarbij de hartspier meer prestatie moet leveren dan hij aan brandstof (zuurstof) ontvangt. Angina pectoris kan ontstaan ten gevolge van een lichamelijke overbelasting (vooral na een maaltijd), psychische opwinding of plotselinge weersveranderingen. Er zijn veel goede en snelwerkende middelen tegen deze klachten.

Hartinsufficiëntie

Ingeval van hartinsufficiëntie is het hart niet meer in staat zijn taak als bloedpomp naar behoren te vervullen. Hartinsufficiëntie kan als gevolg van veranderingen van de hartkleppen en aangeboren hartafwijkingen, ontoereikende zuurstofvoorziening van de hartspier (kransslagaderverkalking, coronaire sclerose) of verhoogde perifere weerstand in het bloedvatenstelsel (vaatvernauwing, hoge bloeddruk) ontstaan.

Elke hartinsufficiëntie is een ernstige ziekte, die echter geen dodelijke afloop hoeft te hebben en vooral dan goede genezingskansen heeft wanneer het lukt de oorzaken geheel of gedeeltelijk weg te nemen (bijvoorbeeld operatie van een hartafwijking, verlaging van de bloeddruk). Het hoofdsymptoom van hartinsufficiëntie is kortademigheid of ademnood. De ademhalingsstoornissen nemen in dezelfde verhouding toe als het oorzakelijke ziekteproces. Allereerst merkt de patiënt dat hij bij lichamelijke inspanningen, bijvoorbeeld trappenlopen, buiten adem raakt. Bij ongewone lichamelijke inspanningen moet hij gaan zitten en uitrusten, om langzaam weer op kracht te komen. ’s Nachts heeft hij een extra hoofdkussen nodig, veelal kan hij slechts in een lichte zithouding enigszins goed slapen. Bij een voortschrijdend ziekteverloop is hij zelfs in rust kortademig. Verder is een veel voorkomend teken het opzwellen van de enkels, voornamelijk ’s avonds, hoewel dit symptoom niet altijd karakteristiek is voor een hartinsufficiëntie.

Oedeem dat ten gevolge van een hartinsufficiëntie ontstaan, vormen zich wanneer het terugstromende veneuze bloed zich dermate verdringt voor het overbelaste hart, dat sereuze (waterige) vloeistof uit de kleinste bloedvaten naar buiten komt en tussen de cellen van het omliggende weefsel wegsijpelt. Afhankelijk van de omvang van de hartinsufficiëntie kunnen dergelijke oedemen in verschillende graden en op verschillende plaatsen van het lichaam ontstaan, bij voorkeur ter plaatse van de onderbenen, in de lever en in de longen. De behandeling van een dergelijke ‘vochtige’

hartinsufficiëntie dient tweeledig plaats te vinden:
1) versterking van de pompfunctie van het hart door geschikte medicijnen;
2) bevordering van vloeistofafscheiding door zogenaamde diuretica, dat wil zeggen middelen die de urineproductie bevorderen.

Omdat natrium de opeenhoping van vloeistof in het lichaam bevordert, wordt daarbij vaak een (keuken)zoutarm dieet voorgeschreven.
Een overbelast hart doet alle moeite toch nog aan zijn taken te voldoen. De spiermassa zwelt aan (hypertrofie); het hart rekt zich uit, waardoor de kamers groter worden (dilatatie). Dit vermogen tot compensatie kent echter grenzen, vooral in die zin, dat de bloedvoorziening niet meer gelijke tred houdt met de toename van de spiermassa. Evenzo slaat de poging om te compenseren, door de snellere hartslag om meer bloed toe te laten stromen, zeer makkelijk in het tegendeel om; de prestatie wordt irrationeel, er ontstaan ritmestoornissen.
Bij een schrille wanverhouding tussen vereiste en mogelijke hartprestatie spreekt men van een gedecompenseerde hartinsufficiëntie (decompensatio cordis). Wanneer de recompensatie door de boven beschreven maatregel lukt, heeft de patiënt absoluut kansen voortaan een redelijk normaal leven te leiden, weliswaar een leven met bepaalde beperkingen. De patiënt moet leren met het hem toegemeten prestatievermogen toe te komen. Dat betekent veel rust en ontspanning, afname van het teveel aan gewicht, nauwkeurig acht slaan op aanwijzingen van de arts en matiging bij het consumeren van genotmiddelen en tabak.

Hartritmestoornissen

Normaliter zal het hart zich 60 à 100 maal per minuut samentrekken in een gelijkmatig ritme; ingeval van een bradycardie is het aantal slagen minder dan 60 per minuut, ingeval van tachycardie is het aantal slagen verhoogd tot boven de 100. Verder kan het hart zich onregelmatig samentrekken, soms aanvalsgewijs. De oorzaak is veelal een gestoorde prikkelgeleiding of een abnormale prikkelvorming. Vormen van ritmestoornissen zijn boezemfladderen en kamerfibrilleren.

Functionele hartziekten

Deze worden meestal door ontregelingen van het vegetatieve zenuwstelsel veroorzaakt en kunnen identieke klachten teweegbrengen als een organische ziekte (ofschoon zonder de symptomen van een insufficiëntie). Vele ‘hartstoornissen’ zijn van psychogene aard, dat wil zeggen de patiënt vreest en gelooft dat hij een hartziekte heeft en klaagt over daarmee corresponderende symptomen die hij werkelijk voelt, bijvoorbeeld hartkloppingen, kortademigheid, moeheid, duizeligheid. Bij dergelijke patiënten is het aan de arts, nadat hij hartziekte door exacte diagnostiek uitgesloten heeft, de patiënt ervan te overtuigen, dat hij geen organische ziekte heeft. Hij zal hem eventueel een psychotherapeutische behandeling adviseren.

Symptomen die kunnen wijzen op een organische hartziekte

1. een snel kloppend hart, onregelmatige hartslag;
2. kortademigheid na lichte inspanningen;
3. pijnscheuten in de borst, die vaak in de linkerarm uitstralen;
4. zwellingen aan de enkels, onderbenen en meer zeldzaam in de buik;
5. duizeligheid;
6. niet-karakteristieke klachten in de bovenbuik;
7. aanhoudende hoofdpijn;
8. onverklaarbare moeheid.

Het voorkomen van hartaandoeningen

Bij alarmerende tekens die kunnen duiden op een hartziekte moet onverwijld een arts geraadpleegd worden. Er zijn tegenwoordig veel middelen om een hartziekte te kunnen constateren: stethoscoop, bloeddrukmeter, röntgenfoto, elektrocardiogram (ECG), hartkatheterisatie en echografie. Door een tijdige behandeling van infecties zijn bepaalde hartziekten te vermijden. Bovendien helpen de eenvoudigste regels van een gematigde levenswijze (niet teveel eten, geen lichamelijke overbelastingen, echter regelmatig lichte lichaamsoefening, matig gebruik van alcohol, het roken vermijden). Het lichaamsgewicht moet binnen normale grenzen gehouden worden.


Relevante artikelen
1 reacties
  1. Mijn man heeft ALS. Inmiddels is er sprake van teveel CO2 in het bloed, mijn man wil overdag niet aan de beademing dus de CO2 stapeling neemt toe. Mijn man heeft inderdaad enorm koude benen en handen en is hij over het algemeen heel kouwelijk. Daarentegen is zijn gezicht heel rood. Kan een te hoog CO2 gehalte ervoor zorgen dat de problemen met de bloedsomloop toenemen?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

MEDISCH VOORBEHOUD

De informatie op Menselijk Lichaam is géén medisch advies. Neem bij twijfel over gezondheid, behandeling of medicijnen altijd contact op met een arts, specialist of apotheker.

Meer informatie

Meld je aan voor de nieuwsbrief

Met het laatste nieuws en gezonde tips