Meiose

Meiose is het proces van celdeling dat leidt tot de aanmaak van voortplantings- of geslachtscellen. Dit gebeurt doordat een cel met de normale 46 chromosomen zich deelt in twee sperma- of eicellen met ieder 23 chromosomen. Op die manier zal er bij de vereniging van een eicel en een spermacel (de bevruchting) weer een cel ontstaan met totaal 46 chromosomen, het begin van het embryo. Deze 46 chromosomen vormen weer 23 paren, waarbij per paar één chromosoom afkomstig is van de moeder en de andere van de vader. Meiose lijkt op mitose maar bestaat uit twee delingen in plaats van één. Een ander verschil is dat er bij meiose erfelijk materiaal wordt ‘gekruist’. Dit houdt in dat elk chromosoom tijdens meiose zich hecht aan zijn tegenhanger en er erfelijk materiaal mee uitwisselt. Daardoor krijgt elk chromosoom een nieuwe en unieke genetische code, hoewel deze nog steeds uit dezelfde elementen is opgebouwd als daarvoor. Daarna krijgt elke dochtercel bij de eerste deling van de bevruchte cel, altijd maar 23 chromosomen; 22 gewone chromosomen en één geslachtschromosoom (altijd een X-chromosoom in het ovum (eicel) en een X- of een Y-chromosoom in de spermacel).

De meiose verloopt via vijf fasen: de profase, de metafase, de anafase, de telofase en de interfase. Het stadium tussen de actieve cellulaire meiose (de aanmaak van nieuwe cellen en hun achtereenvolgende deling) wordt de interfase genoemd. Tijdens de interfase bevindt de cel zich in een normale, niet-delende toestand met lange, draderige chromosomen. De chromosomen dupliceren zichzelf in deze fase niet, in tegenstelling tot de interfase bij mitose. In plaats daarvan splitsen de centromeren zich en scheiden ze daardoor de chromatiden van elkaar. Twee groepjes met een even aantal chromatiden, nu chromosomen genoemd, verhuizen ieder naar een celhelft. In dit stadium beginnen de chromosomen, die dan nog recht zijn, spiraalvormig te worden en de homologe chromosomen hechten zich (synaps) aan elkaar. Deze paarsgewijze koppeling vindt tijdens mitose niet plaats. De gepaarde chromosomen worden vervolgens korter en dikker en blijven kronkelen.

Meiose

De genetische kruising vindt vermoedelijk tijdens deze fase plaats. De celkern of nucleus begint te krimpen en verdwijnt uiteindelijk. De kernmembraan (de celkernwand) lost zich op en zo komen de chromosomen vrij in het cytoplasma, waarna de metafase kan beginnen. In deze fase komen de chromosomen naar het midden van de cel, waar ze zich rangschikken langs de middellijn. Tijdens de anafase verplaatsen de centromeren zich via de spoeldraden naar de andere kant. De homologe chromosomen splitsen zich en volgen elk een centromeer naar de tegenliggende kant van de cel. De celkern of nucleus komt tijdens de telofase weer tevoorschijn en vormt een nieuw membraan. De chromosomen worden weer recht en de cel begint zich, net als bij mitose, vanuit het midden te delen. Iedere na meiose ontstane nieuwe voortplantingscel heeft de helft van het aantal chromosomen.

Tijdens de tweede profase maken de twee dochtercellen zich klaar voor een tweede meiotische splitsing. De centrosomen vermenigvuldigen zichzelf en vormen een nieuwe spoel. Dan komt er een tweede metafase en komen de chromosomen weer naar het midden van de cel. Tijdens de tweede anafase splitsen de chromosomen zich en verhuist de ene helft naar de ene en de andere helft naar de andere kant van de cel. De tweede deling eindigt met de tweede telofase waarin er nieuwe celkernen of nuclea worden gevormd en de cel zich vervolgens in tweeën kan splitsen. Iedere dochtercel bevat de helft van het aantal chromosomen uit de oorspronkelijke cel.


Relevante artikelen

Nog geen reacties geplaatst, wees de eerste.



Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

MEDISCH VOORBEHOUD

De informatie op Menselijk Lichaam is géén medisch advies. Neem bij twijfel over gezondheid, behandeling of medicijnen altijd contact op met een arts, specialist of apotheker.

Meer informatie

Meld je aan voor de nieuwsbrief

Met het laatste nieuws en gezonde tips