Sinusitis

Een sinusitis kan een ontsteking zijn van de slijmvliezen in de:
1. kaakholten ofwel bovenkaaksholten (sinusitis maxillaris),
2. voorhoofdsholten (sinusitis frontalis),
3. zeefbeenholte (sinusitis ethmoidalis),
4. wiggebeenholte (sinusitis sphenoidalis).

Een sinusitis is meestal een complicatie (secundaire infectie) van een infectie van de bovenste luchtwegen. Andere oorzaken kunnen zijn tandwortelontsteking, een allergische (door overgevoeligheid veroorzaakte) verkoudheid, of sinusitis kan een gevolg zijn van zwemmen en duiken. De ontsteking kan worden veroorzaakt door verschillende soorten bacteriën (Pneumococcen, Haemophilus influenzae, Stafylococcen) en door vele andere micro-organismen.

In het begin van de ontsteking zit er in de holten helder vocht, dat later verandert in pus. Zo’n ontsteking kan plotseling optreden (acute sinusitis) of geleidelijk ontstaan (chronische sinusitis). Er kunnen ook meer sinussen tegelijkertijd zijn aangedaan.

Van een acute sinusitiszijn de verschijnselen:

a. De neus is verstopt en er komt geel-groene afscheiding uit.
b. De aangedane holte is pijnlijk bij drukken of kloppen erop.
c. Er is koorts en men heeft koude rillingen, men ‘voelt zich ziek’.
d. Hoofdpijn, afhankelijk van de plaats van de ontsteking.

Bij elke sinusitis is er een bepaald gebied dat pijnlijk is, het pijngebied:
1. Bij kaakholte-ontsteking is het pijngebied de bovenkaak.
2. Bij voorhoofdsholte-ontsteking is het pijngebied het hele voorhoofd.
3. Bij zeefbeenholte-ontsteking is het pijngebied rond het oog (bij kinderen kan het gezicht opgezet zijn).
4. Bij wiggebeenholte-ontsteking is het pijngebied het achterhoofd.

Een duidelijk kenmerk van sinusitis is, dat men bij het voorover bukken het gevoel krijgt alsof er in het hoofd een blok naar voren valt. Bij het onderzoek zal de dokter met behulp van een brandend lampje in de mond van de patiënt bij een ontstoken kaakholte daarin een sluiering zien. Een brandend lampje bij de ooghoeken kan bij een ontstoken voorhoofdsholte een sluiering daarin te zien geven. De andere holten kunnen door het maken van röntgenfoto’s onderzocht worden. Dat is de zekerste methode.

Doordat er bij een ontsteking pus wordt gevormd, die ook naar achterin de keel kan stromen – vooral als men ligt – ontstaat vaak hoesten, keelontsteking, ontsteking van het strottenhoofd en soms bronchitis. Vooral bij kleine kinderen ontstaat vaak door secundaire infectie bronchitis, wat gevaarlijk kan zijn omdat de luchtwegvertakkingen nog maar nauw zijn en dus gauw verstopt raken (bronchiolitis). Dit komt eigenlijk alleen voor bij kinderen onder de 2 jaar, maar snelle behandeling is wel vereist.

Een chronische sinusitis komt meestal voort uit een acute sinusitis en geeft zelden of nooit pijn. De neus is verstopt en er stroomt regelmatig wat pus in de keelholte, met als gevolg prikkelhoest en onaangename
ademgeur.

De behandeling van acute sinusitis gebeurt met neusdruppels, antibiotica, stomen, bedrust en eventueel pijnstillende middelen. De pus moet naar buiten, maar door de ontsteking is het slijmvlies gezwollen en de uitgang van de holte naar de neusholte is verstopt. Daarom is kaakspoeling nogal eens nodig. Soms wordt geprobeerd door stomen en neusdruppels de pus weg te krijgen. Bij chronische sinusitis wordt kaakspoeling of zo nodig een operatie toegepast.