Anamnese

De anamnese is de ziektegeschiedenis, zoals die kan worden afgeleid uit mededelingen van de patiënt, of – als hij daartoe niet in staat is – uit mededelingen van anderen. De anamnese komt meestal tot stand door een vraaggesprek met de arts en behoort behalve vragen over de specifieke klachten (speciële anamnese) ook vragen in te houden van meer algemene aard (algemene anamnese).

In de speciële anamnese met betrekking tot het hart kunnen bijvoorbeeld opgenomen zijn: pijn op de borst, benauwdheid, ’s avonds dikke benen, hartkloppingen, onregelmatige hartslag, ’s nachts vaak urineren. Deze klachten duiden op een hartaandoening. Echter, een klacht als pijn op de borst kan óók een gevolg zijn van pijnlijke spieren en gewrichten van de borstkas.

Bij stoornissen van de bloedsomloop kan de speciële anamnese er als volgt uitzien: dode vingers, pijn in de benen na korte wandeling, hinken met onderbrekingen, pijn bij rust, zwaar gevoel in de benen. De algemene anamnese heeft betrekking op de toestand van de verschillende orgaansystemen, de geestelijke toestand, de sociale omstandigheden, de godsdienst en tevens familie- en beroepsomstandigheden.

In de algemene anamnese kunnen de volgende gegevens opgenomen worden:

1. Algemene verschijnselen:
moeheid, lusteloosheid, verandering van lichaamsgewicht, koorts.

2. Psychische toestand:
suf, prikkelbaar, depressief, vergeetachtig, gespannen.

3. Symptomen van de organen:
a. Longen: hoesten, met of zonder opgeven, pijn bij zuchten, moeilijke ademhaling, piepen bij uitademen, heesheid.

b. Maag: maagpijn, braken, goede of slechte eetlust, zuur oprispen.

c. Darmen: buikpijn, diarree, verstopping, bloed en slijm in ontlasting.

d. Lever en galwegen: aanvallen van pijn in rechterzij, geelzucht.

e. Nieren en blaas: pijn in rug en zij, pijn bij urineren, bloed in de urine.

f. Bloed: bloedarmoede, snel bloeden na stoten, huidbloedihkjes.

g. Skelet en gewrichten: pijn in de botten, snel breken van beenderen, kromme rug, langdurige of verspringende pijn in gewrichten, stijfheid.

h. Alvleesklier: veel drinken en vaak urineren, snel infecties, sterke eetlust, suikerziekte.

i. Schildklier: snel warm en gejaagd gevoel, vermagerd; of juist: kouwelijk, moe en traag, zwelling van gelaat.

j. Bij de vrouw: menstruatie-verloop, verloop van de zwangerschap, miskramen, frigiditeit.
Bij de man: de sexuele functies.

k. Zenuwstelsel: verlammingen of bewegingsdrang, hoofdpijnen, stoor-
nissen in het gevoel.

l. Ogen en oren: slecht zien, doofheid, ziekten aan ogen en oren.

m. Verder betreft de algemene anamnese vragen over: doorgemaakte (infectie)ziekten, operaties, erfelijke ziekten, leefgewoonten, voeding enz.